ERIK VAN ELDIK & THE SHAKIN' HEARTS (1959-1960)
Johnny Anthonio (sologitaar) naar The Black Arrows
Casper Anthonio (slaggitaar) naar The Black Arrows
Erik van Eldik (slaggitaar, zang) naar The Real Cellar Boys
Andy de Jong (slaggitaar, piano) naar Little Henny & The Shakin' Boys
Goos de Boer (basgitaar) ex- Friendship Sextet; naar Little Henny & The Shakin' Boys
Simon Twin (drums)
- Charles Pater (sologitaar) invaller voor Johnny Anthonio (arm gebroken)
- Jan Akkerman (slaggitaar) invaller
THE BLACK ARROWS 1960-1961
Johnny Anthonio (sologitaar)
Casper Anthonio (slaggitaar)
Rinaldo Anthonio † (basgitaar)
Laurens Müller (drums)
THE BLACK ARROWS 1961-1963
Johnny Anthonio (sologitaar)
Casper Anthonio (slaggitaar)
Humprey Engels (slaggitaar)
Rinaldo Anthonio † (basgitaar)
Laurens Müller (drums)
- Eddy Denver alias Joey Hubert van Assendelft (zang)
- Mona van Overzee (zang)
THE BLACK ARROWS 1963-1970
Johnny Anthonio (sologitaar)
Casper Anthonio (slaggitaar)
Ed Wannee (slaggitaar) ex- The Hot Strings; naar The Golden Dragons
Rinaldo Anthonio † (basgitaar)
Raoel de Groen (drums) ex- The Hurricane Jumpers; naar The Candy Kids
- Eddy Denver alias Joey Hubert van Assendelft (zang)
- Ilse Stevenson (zang)
Jan Akkerman verhuisde eind vijftiger jaren van het Waterlooplein naar Amsterdam-Oost, in de volksmond de Indische buurt genoemd. Aanvankelijk speelde hij in de groep "Friendship Sextet", maar daar werd hij op een gegeven moment uitgezet, omdat hij weigerde bas te spelen. Zijn grote liefde was de gitaar. Gevraagd in diverse interviews naar zijn roots geeft hij eerlijk toe enorm te zijn geïnspireerd door de lndo-Rock groepen die daar aktief waren. De naam ERIK VAN ELDIK & THE SHAKIN' HEARTS valt al snel en de geruchten willen dat Jan een tijdje met deze groep heeft opgetrokken, voordat hij zelf als JOHNNY met zijn CELLAR ROCKERS aan de weg ging timmeren. Andere bekende lndo-groepen uit die buurt waren THE SWALLOWS met Ronny Neyndorff - die al in 1961 als beroeps naar Duitsland vertrok, THE BLACK JEAN ROLLERS (met de 3 broers Hooper) en THE HONDO ROCKERS (later MAZIMBA & THE HONDOS met o.a. René Vrede en Rudy de Wilde).
De groep ERIK VAN ELDIK & THE SHAKIN' HEARTS ontstond door een samenwerking van zanger Erik van Eldik en gitarist Johnny Anthonio en ze begonnen ooit in café "Oom Leen". Begin 1960 won de groep een talentenjacht in het St. Bavohuis en de hoofdprijs was een plaatopname voor Polydor. Het was de eerste echte rockproduktie voor dat label en in een ware live sfeer werden de traditionele songs "My Bonnie" en "My Old Kentucky Home" opgenomen. De single verscheen in de zomer van 1960 (Polydor 1003). Zeker is dat Johnny Anthonio sologitaar speelde tijdens deze sessie en ook zijn broer Casper was van de partij. Deze Johnny en Casper zouden in 1960 hun eigen groep THE BLACK ARROWS oprichten samen met hun broer Rinaldo op bas en Laurens Muller als drummer. De zanger van de groep werd Joey Hubert van Assendelft, beter bekend als Eddie Denver. Andere ex-Shakin' Hearts groepsleden als Goos de Boer en Adrie de Jong vertrokken naar LITTLE HENNY & SHAKIN' BOYS en Erik van Eldik zelf kwam uiteindelijk via THE REAL CELLAR BOYS bij THE BLACK JEAN ROLLERS terecht, die als beroeps naar Duitsland vertrokken.
De drie broers Anthonio waren in Indonesië geboren en kwamen in 1949 met hun ouders naar Nederland. De muziek werd hun met de paplepel ingegoten. Vader Anthonio beheerste diverse muziekinstrumenten; met name gitaar, viool, piano en drums. Moeder speelde daarbij ook nog eens piano. De grote voorbeelden van Johnny Anthonio waren Chet Atkins en Les Paul. Ze repeteerden fanatiek en moeder Anthonio schoot hun al het geld voor om apparatuur aan te schaffen. In de weekends werd er opgetreden in buurthuizen e.d. en eind 1961 wonnen EDDIE DENVER & THE BLACK ARROWS een Cliff Richard imitatiewedstrijd in Zwolle. Aanwezig in de zaal was zanger/componist/talentenscout Casper Koelman, die de groep namens platenmaatschappij Dureco een platencontract aanbood. Dureco liet zijn rockprodukties opnemen in de Philips studio in Brussel, compleet met een echte echo kelder. Robbie 'Once' Boekholt en THE HAP-CATS namen daar ook hun "Dardanella" en "Raindrops" in 1961 op. Ze coverden 2 stukken die voorkwamen op het album "21 -Today" van CLIFF RICHARD & SHADOWS. De Chuck Berry compositie "Forty Days" (oorspronkelijk "Thirty Days") en "Tough Enough" van Johnny Otis. De single werd in januari 1962 uitgebracht op Omega 35.336.
Casper Koelman zelf had onder zijn artiestennaam JACKIE JAVELLIN in 1961 een single Giuletta/This Must Be Love op Omega en naast EDDIE DENVER & THE BLACK ARROWS was hij ook de ontdekker van de THE TOREROS, JOHNNY KENDALL & THE HERALDS en tevens was hij in de weer met THE HUNTERS van Jan Akkerman. Als componist "Javellin" is zijn naam vaak te vinden op produkties voor deze groepen voor lnelco/RCA in de periode 1963- 1967. Zijn belangrijkste kaskraker was ongetwijfeld "Russian Spy And l".
In 1962 kreeg hij de opdracht om de filmmuziek, voor een geplande Nederlandse speelfilm onder de titel "Het Grote Avontuur" te produceren. THE BLACK ARROWS kregen van hem het nummer "Una Avenura Mas" (The big Adventure) van de Argentijnse componist Oscar Kinleiner om in te studeren. De originele opname is uit 1951 van LOS MELODIAS uit Argentinië. Oscar Kinleiner en zijn vrouw Elbita maakten hier deel van uit samen met Hector Santos. Tevens moesten ze het nummer "Ballad Of A Soldier" instuderen. Een compositie van Mikhail Ziv uit de Russische film 'Ballada O Soldate' (1959). In de studio van Bovema te Heemstede werden beide stukken opgenomen en op de 2e track speelde Karel Wouters mee op blokfluit. De film kwam er nooit, maar gelukkig wel de instrumentale single op Delta DS 1028. Vooral "The Big Adventure" was een voortreffelijk instrumentaal debuut begin 1962 en "Ballad Of A Soldier" riep zeker bij ex-KNIL militairen herinneringen op. "Una Avenura Mas" werd dat jaar ook opgenomen door JOHNNY & CELLAR ROCKERS op Decca met het orkest van Ger Daalhuisen en van "Ballad Of A Soldier" weten we dat het tot het live repertoire van THE DAKOTAS (onsterfelijk met hun hit "The Cruel Sea" en de begeleiders van Billy J. Kramer) behoorde in 1963. De groep was ondertussen versterkt met gitarist Humphrey Engels en een foto van de groep verscheen in het mei nummer van Tuney Tunes, hierop was Rinaldo Anthonio met zijn opvallende Wandré 'Rock Basso' basgitaar te zien - met het gat in het midden - een Italiaans produkt. Johnny Anthonio speelde als sologitarist in die periode op een Duitse Hoyer solid-body gitaar (model 27).
Een uniek wapenfeit van Koelman is de LP "SOLID SOUND IN GUITARS" - die begin 1963 op CNR LPT 35.011 werd uitgebracht. Naast eigen standaard repertoire als "Johnny Guitar" - met een geheel eigen interpretatie en opwindende staccato loopjes; "Slave Girl", een meeslepend nummer van "Santo & Johnny"; "Hernando's Hideaway" - "September Song" (ooit een hit in 1947 voor Bing Crosby); "Wonderland By Night" (de grote werelhit van het Duitse orkest van Bert Kaempfert) en "Lady Of Spain" werden door Koelman in samenwerking met de groep een aantal nieuwe composities gemaakt "Midnight Blues" - "Rococo" - "Tulip Fields" (gebaseerd op het volksliedje "In 'n Groen Groen Knollenland) - "Little Lonely Train" en "World Of Fire". Dan was er ook nog "Jumbo", een voortreffelijke onbekende compositie van een zekere Scott. Alles werd op een zolderkamer opgenomen door Caspel Koelman met slechts één microfoon!! Hiermee is de primitieve sound verklaard, maar historisch gezien is het een belangrijke produktie omdat het een juiste vastlegging is van hoe een typische NL gitaargroep werkelijk klonk in 1962. Deze LP werd een veelgevraagd collector's item en in de afgelopen 10-15 jaar verwisselde de LP slechts van eigenaar door eerst een prijs van enkele honderden guldens te betalen.
De groep werd steeds populair der en er ontstond een grote fanatieke fanclub rond de groep. Ook werden avonden samen met de groep LES SYLVAINS georganiseerd onder de naam Sylvains Party. LES SYLVAINS met o.a. gitarist Dennis Jacquet en zanger Stanley Sylvester gingen in 1963 samen met zanger JOHNNY KENDALL verder als THE HERALDS. Optredens van THE BLACK ARROWS waren er door heel Nederland en ook in Antwerpen en omgeving waren ze vaak op de bühne te vinden. Goede herinneringen bewaren ze aan de dansavonden aan dek van botenop het IJsselmeer. Vele weekends trokken ze ook naar Duitsland, waar ze in voorprogramma's van THE TIELMAN BROTHERS en THE BLACK DYNAMITES meespeelden. Zelf zijn ze nooit beroepsmuzikant geworden, ze hadden allen een beroep in een technisch vak. Begin 1963 waren ze in het bezit van een complete Fender uitrusting. Johnny Anthonio kocht zijn "Jazzmaster", die hij nog steeds bezit en Rinaldo kon zijn kunstige Italiaanse bas inruilen voor een Fender Jazz Bass. Eind 1962 deden ze ook nog de begeleiding voor een single op Delta (DS 1040) van Nynke Hartstra en lndo-zanger Frits Darlang - "Walk On By" (de Engelse hit van Leroy van Dyke) en een eigen nummer van Frits Darlang "We Went Together". Zoals al eerder gemeld was de groep goed bevriend met hun buurtgenoten LES SYLVAINS en daarom kon hun zanger Eddie Denver probleemloos een plaat met hun samen gaan opnemen. Casper Koelman zorgde voor een Nederlandse tekst ("leder Meisje") van de gigantische Cliff Richard hit "Lucky Lips". Van de Cliff LP "32 minutes and 17 seconds with Cliff" werd de Tepper/ Bennett compositie "I'm Walkin' The Blues" door Koelman omgezet in de Nederlandse song "Ik Ben Zo Alleen". De single verscheen in 1963 op Omega 35.401 en kreeg redelijk aandacht op de radio en in de muziekpers. In 1963 zorgde Koelman voor een contract met lnelco/ RCA, waar hij als a & r man was aangesteld en allereerst ging hij aan de slag met Eddie Denver nu met begeleiding van de Amsterdamse JETS en saxofonist Charlie Nederpelt werden "Mean Woman Blues" en zijn "Javellin" compositie "I Rock My Love Asleep" opgenomen en uitgebracht op RCA 47-9480. In 1963 vonden er enkele wijzigingen plaats in de bezetting. Gitarist Ed Wannee kwam Humphrey Engels vervangen en drummer Raoel de Groen nam de plaarts achter het drumstel in van Laurens Müller.
Veel werk werd er gemaakt van de laatste instrumentale rock produktie van THE BLACK ARROWS. Ze kozen "Gandy Dancer" en "Mr. Moto", die ze vonden op de LP "Going to The Ventures Dance Party", in die dagen waren THE VENTURES hun allergrootste voorbeelden. Er kwam een vioolbegeleiding en koor achter hun rockende versie van "Mr. Moto" - een compositie uit 1961 van de Amerikaanse West-Coast gitarist Paul Johnson en door zijn groep THE BELAIRS uitgebracht op Arvee. Als medecomponist is ook drummer Richard Delvy genoemd, maar dat was om de gebruikelijke publicitaire redenen. Deze Delvy werd later bekend met zijn vele albums die hij met zijn instrumentale groep THE CHALLENGERS opnam. "Gandy Dancer" was een compositie van de Ventures slaggitarist Don Wilson. Helaas ging er veel fout met de single op RCA 47-9487. Allereerst was er een dramatische labelverwisseling. Met name Joost den Draaier maakte veel promotie voor "Gandy Dancer" (with Orchestra and Choir) op Veronica; maar je hoorde in werkelijkheid dus "Mr. Moto" compleet met strijkers. Dan waren er de spelfouten. Op het label stond "Mr. Molto" (i.p.v. Mr. Moto) en "Candy Dancer" (i.p.v. Gandy Daneer). De single werd ook in Australië uitgebracht op RCA. Tegelijkertijd werd er ook een single met Eddie Denver opgenomen (RCA 47-9488). Covers van Gene Vincent's "Say Mama" en "Donna" van Richie Valens. Dit betekende tevens het einde van de platencarrière van EDDIE DENVER & THE BLACK ARROWS. Zeker is dat Casper Koelman meerdere opnamen in eigen beheer heeft gemaakt, maar hij is aan het einde der zestiger jaren als zakenman naar Monaco vertrokken en waar al zijn unieke mastertapes zijn gebleven is met geen mogelijkheid te zeggen. THE BLACK ARROWS bestonden als groep nog tot omstreeks 1970.
Vooral sologitarist Johnny Anthonio is als invaller in die periode met diverse befaamde orkesten opgetreden, met name bij ZZ & MASKERS, BOY & ROLLIN' KIDS, THE ROLLERS, THE HOT JUMPERS en is als sessie-gitarist bij diverse plaatopnamen betrokken geweest (o.a. Sandra Reemer - Ik zweef aan mijn ballonnetje). Omstreeks 1976 speelde hij nog samen met Robbie Paul in THE SOUND- BREAKERS. Paul ging daarna naar THE ENTERTAINERS, die geschiedenis zouden schrijven met hun albums voor Al Capone, vanwege hun authentieke 60's lndo-Rock sound. Rinaldo (Ron) is heden ten dage nog steeds als bassist in een jazzcombo te vinden.
Speciale dank gaat uit naar Johnny Anthonio, die mij veel over de story van THE BLACK ARROWS wist te vertellen. Johnny vond het met name zeer jammer dat er in Amsterdam momenteel op het gebied van lndo-Rock niets meer mogelijk is, alle revivals e.d. gebeuren in Den Haag of waar dan ook, terwijl vroeger de stad bruiste van de live optredens in buurthuizen en café's. Al hun platenmateriaal werd voor de eerste keer bijeengebracht op deze CD, zodat iedereen nu de kans heeft alsnog de uiterst zeldzame opnamen van de BLACK ARROWS LP in zijn volle glorie te kunnen beluisteren. Tevens is een volledig muzikaal overzicht ontstaan van deze Amsterdamse groep, met hun geheel eigen sound binnen de lndo-Rock scene.
© pmouse, april 1992.
Oorspronkelijke tekst voor het inlegboekje van de CD THE STORY OF THE BLACK ARROWS - Rarity Records C192456 (1992)
Bewerking: oktober 2002
* Bassist Rinaldo Anthonio is op 12 januari 2008 overleden.
1962 45 OMEGA 35.336 Forty Day / Touch Enough (Eddie Denver)
1962 45 DELTA DS 1028 The Big Adventure / Ballad of A Soldier
1962 45 CETRA IS20035 The Big Adventure / Ballad of A Soldier (Italië)
1962 45 DELTA DS 1040 Walk On By / We Went together (Nynke Hartstra & Frits Darlang)
1962 LP SOLID SOUND IN GUITARS - CNR LPT 35.011
Rococo / Tulip Fields / Little Lonely Train / World Of Fire / Wonderland By Night / Johnny Guitar / Midnight Blues / Hernando's Hideaway / Jumbo / Slave Girl / September Song / Lady of Spain
1963 45 RCA 47-9487 Mr. Molto (= Gandy Dancer) / Candy Dancer (= Mr. Moto)
1963 45 RCA 101.549 Mr. Molto (= Gandy Dancer) / Candy Dancer (= Mr. Moto) Australië
1963 45 RCA 47-9488 Say Mama / Donna (Eddie Denver)
Originele hoestekst van LP SOLID SOUND IN GUITARS (1962)
THE BLACK ARROWS STORY
There area lot of guitar styled rock and roll groupes around. Nearly every town, the biggest ones as well as the smaller, have their own native favourites. But although a big number of bands try to reach the upper atmospheres of Pop recordland, very few really have gained some kind of nation wide popularity. The reason for this mostly is, that the highest level attainable is determined by the technical possibilities of their amplifiers, echo-units, and more of those electronical instruments and the quality and possibilities of their electrical guitars.
Those three Anthonio brothers (the name seems strange to us, but is not unusual in the country where they come from) completed with their drummer boy Laurens Müller, are not only equiped with the finest instruments and amplifiers But they have a rhythmic and musical feeling that really makes four steady musiciens out of them.
All were born in Indonesia, which country they left in 1949, in the time when the Republic of Indonesia was created. Their position in Holland was not easy. The change in manners, morals, climat and more of those factors were difficult to take and nothing was more natural than a rather shy behaviour and living on their own. lt is also very logical that those facets of their Indonesian life which were still with them, came in the middle of their interest. One was their way of making musie. Those people always see med to have more intensely fun in playing an instrument than we do.
Father Anthonio played the violin, guitar, piano, drums. Mother played piano too. You see: background enough. And the boys really did take over their parents capacities. In 1960 it was decided that the boys would go along together with their good friend the drummer and so the band was born. From that time on, succes was the result of a lot of practising. Every penny they earned was spent on new instruments. In this field mother Anthonio became a very important person because she lent the money for the most necessary things to start with. Within 3 month an remarkable repertoire was known. Every Saturdaynight was goin to be an "action" night. In very few time their reputation went to other towns, and engagements followed each other. In the meantime they had their own headquarters in Amsterdam, a very big fanclub giving dancing parties every Saturday- and Sundaynight. This drew the attention of the record-people and in January 1962 the first disc was out. Eddy Denver, (their singer at that time) and the Black Arrows in Forty Days/Tough enough. More discs followed, instrumental as well as with different vocalists. More and more they became one of the leading groups, hardly able to cope with all the deniand. That was the time, an L. P. was planned. And my personal idea is, that they succeeded in a very delicate, special way.
Production: Casper Koelman Jr. (Javellin)
Released: C.N. ROOD N.V. Scheveningen - HOLLAND