Rudy (van Dalm) & his Royal Rhythmics (Nijmegen)

Bezetting:

Rudy van Dalm (solo- ritmegitaar, zang)

- Boy Kneefel (solo- ritmegitaar) ex- Lydia & The Melody Strings; naar The Avalons

- Alex Dinsbach (basgitaar) naar The Travellers (Travel Five)

- Cas Brandt (basgitaar)

Gerrit Euverink (drums)

Bezetting ca. 1963-1965:

Rudy van Dalm (sologitaar, zang))

- Joop van Dam (gitaar)

- Robby Knoop (gitaar)

- Cas Brandt (basgitaar)

- Martien v.d. Akker (basgitaar)

- Harry Noordhof (basgitaar)

Gerrit Euverink (drums)

- Willy Langestraat alias Billy Longstreet (orgel) studio

Bezetting ca. 1965-70s:

Rudy van Dalm (sologitaar, zang)

Nico Taks gitaar)

Boy Tahelele (basgitaar) ex- The Hondo Rockers

Gerrit Euverink (drums)

- Willy Langestraat alias Billy Longstreet (orgel) studio

Rudy van Dalm werd op 27 februari 1927 geboren op het Indonesische eiland Banka (tussen Sumatra en Borneo). Hij werd 96 jaar en is overleden op 4 april 2023.

Zijn muziekcarrière begon al in Nederlands-Indië. Zijn broer Max leerde hem ukelele, gitaar en steelguitar spelen. Bovendien bleek Rudi ook heel goed te kunnen zingen. Samen met zijn broers Max en Jules speelde hij al op jonge leeftijd in de Van Dalm Band.

Hij was nog maar tien jaar oud toen hij zijn eigen band oprichtte: The Little Boys. Later speelde hij in Indië ook mee in orkesten van anderen. Na de oorlog richtte hij op Nieuw-Guinea zijn band The Royal Rythmics op. Als zanger-gitarist trok hij in de vijftiger jaren met diverse orkesten door Java, Nieuw Guinea en Australië.

In 1960 kwam hij naar Nederland en in zijn woonplaats Nijmegen richtte hij in 1960 de formatie The Royal Rhythmics opnieuw op. Rudy van Dalm woonde ook enkele jaren in Hengelo.

Met groot succes speelde hij jarenlang in de Corona Nachtclub en de Blue Bell Bar Dancing te Nijmegen. De eerste bezettingen zijn niet te achterhalen, maar ca. 1963 bestond de groep buiten Rudy uit louter Nederlandse muzikanten.

In 1963 werd hij winnaar van de jaarlijkse talentenjacht georganiseerd door orkestleider John Kristel in de categorie solist. Hierna volgde een platencontract voor het Funckler label van Artone Records. De eerste singles met bewerkingen van stokoude Maleise liedjes als Terang Boelan, Lenggang Kangkoeng en Mama É verschenen in het voorjaar van 1964 op de platenmarkt. Willy Langestraat alias Billy Longstreet was de producer en hij speelde zelf orgel en percussie instrumenten tijdens de studio opnamen.

Het bijzondere van de opnamen is dat The Royal Rhythmics de nummers als compacte instrumentals spelen, slechts onderbroken door enkele coupletten gezongen door Rudy. Daarbij zijn de oorspronkelijke oude melodieën gemengd met moderne rock instrumentals. Zo hoor je overduidelijk Surf Rider van The Ventures als basismelodie in de lange instrumentale stukken van Terang Boelan. In oktober 1964 verscheen een volledig instrumentale single van de groep. Humoresque is pecfecte uitvoering van de klassieke melodie van Antonin Dvorak, naar het voorbeeld Guitar-Humoresque van Electric Johnny & his Skyrockets uit 1962.

In december 1964 werd een zeer succesvolle solosingle van Rudy uitgebracht. Met name: Waarom Huil Je? Zijn eigen bewerking en interpretatie van het Maleise lied Waarom Huil Je Toch, Nona Manis of Goodbye To You, Nona Manis. Tot op hoge leeftijd wist hij met deze song de harten van iedereen te breken tijdens zijn optredens.

Tot 1967 maakte Rudy van Dalm nog een hele reeks platen voor het Funckler label. Een aantal singles was met begeleiding van The Four Guitars (waarschijnlijk een studio orkest). In 1966 verschenen 12 Maleise traditionals van eerder gemaakte singles op de LP "Introducing". Vanwege de mix van volksliedjes met rock instrumentals kunnen we dit repertoire van Rudy & The Royal Rhythmics nog net tot de Indo-Rock rekenen. Alle latere opnamen noemen we Indo-Pop

The Royal Rhythmics bestonden nog tot ver in de 70-er jaren met sedert 1965 Boy Tahelele (ex- The Black Magic en Hondo Rockers) op basgitaar. Later vormde Rudy met zijn dochters het orkest Rudy van Dalm & The Raindrops. Rudy van Dalm werd een icoon voor het Indische lied gestoken in een modern jasje en was een graag geziene gast op de pasar malams.